SBA Advocaten

Nieuw beleid Reizen met Minderjarigen

Auteur: Mr Ellen Frins

Nieuw beleid Reizen met Minderjarigen roept veel vragen op.

Deze week is door het Ministerie van Justitie bekend gemaakt dat de regels voor het reizen met minderjarigen met ingang van 1 juli 2023 worden gewijzigd.

Het wettelijk kader wordt hierbij gevormd door de internationale verdragen ter zake de bescherming van de rechten van het kind in samenhang met lokale wet- en regelgeving.

De minister geeft aan dat hij er veel waarde aan hecht dat de controles bij immigratie en op het vliegveld of in de haven soepel zullen verlopen.

Elke reizende wettelijke vertegenwoordiger van het kind moet een aantal documenten kunnen overleggen. De wettelijk vertegenwoordiger is: de moeder als het kind niet is erkend, één van de ouders bij eenhoofdig gezag of beide ouders bij gezamenlijk gezag of een door het Gerecht aangewezen Voogd.

Welke situatie geldt voor u?

Welke documenten precies moeten worden getoond, verschilt per situatie van de ouders en het kind. Wij richten ons hier op de situatie waarbij het kind reist met de ouder(s).

  1. Reizen met de moeder en de vader is onbekend bij Kranshi:

Wanneer de moeder bekend is bij Kranshi en de vader niet, dat wil zeggen dat de vader het kind niet heeft erkend en er ook geen sprake is van gezag, dan moet er een geboorte akte of lang uittreksel van het kind en uittreksel van het Gezagregister, beide niet ouder dan 6 maanden, aan de Immigratieambtenaar worden overgelegd als de moeder met haar kind gaat reizen.

  1. Eén ouder heeft gezag: reizen met de ouder met ouderlijk gezag:

Wanneer er sprake is van één ouder met gezag en het kind wel erkend is door vader dan volstaat ook een geboorte akte of lang uittreksel van het kind en een uittreksel van het Gezagregister, beide niet ouder dan zes maanden wanneer de moeder met gezag reist.

  • Eén ouder heeft gezag: reizen met de ouder zonder ouderlijk gezag:

Gaat de ouder zonder gezag met het kind reizen dan moet er naast de geboorte akte of lang uittreksel van het kind en een uittreksel van het Gezagregister, beide niet ouder dan zes maanden, ook een volledig ingevuld toestemmingsformulier, te vinden op de website www.gobiernu.cw, en een kopie geldig Identiteitsdocument van de gezaghebbende ouder worden overgelegd.

 

  1. Beide ouders hebben gezag: reizen met beide ouders:

In de situatie dat beide ouders het gezag hebben over de minderjarige en zij samen reizen dan moet de geboorte akte of het trouwboek van de reizende ouders waarin de naam van de minderjarige voorkomt, of een uittreksel van het Gezagregister worden overgelegd.

  1. Beide ouders hebben gezag: reizen met alleen één ouder:

Reist het kind met één ouder dan is naast de voornoemde documenten een volledig ingevuld toestemmingsformulier en een kopie geldig Identiteitsdocument van de bevoegde ouder verplicht.

Nota bene: Erkenning / Gezag

Het is belangrijk om te weten dat er een verschil bestaat tussen erkenning van het kind (dit leidt tot een juridisch ouder) en het hebben van gezag (in dat geval is sprake van wettelijk vertegenwoordiger).

Wanneer een vader een kind heeft erkend bij Kranshi en de kinderen zijn achternaam dragen, betekent dit niet dat hij ook automatisch het gezag heeft. Voor het verkrijgen van gezag is namelijk nog altijd een nader verzoek aan het Gerecht nodig.  

 

Wanneer gaan de regels in?

De regels treden in werking met ingang van 1 juli 2023. Daarbij zal rekening gehouden worden met een overgangsperiode van 1 maand ten aanzien van de over te leggen documenten; in de overgangsperiode kan een familieboek (buki di famia) de geboorteakte en het lange uittreksel vervangen.

Per 1 augustus 2023 dient iedereen zich volledig aan de regels te houden.

Wanneer de vereiste documenten niet worden overgelegd zal het vertrek of binnenkomst niet worden toegestaan.

Waar zijn de documenten verkrijgbaar?

Het uittreksel uit het Gezagregister is te verkrijgen bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en het verzoek moet minimaal 7 werkdagen van te voren worden ingediend. Bij het verzoek dient een lang uittreksel van Kranshi te worden overgelegd, niet ouder dan 3 maanden. Voor elk verzoek / akte wordt NAF 50,- griffierechten in rekening gebracht. Om een geboorteakte of uittreksel uit de basisadministratie te verkrijgen moet een afspraak worden gemaakt en de kosten bedragen respectievelijk NAF 20,- en NAF 10,-.

Aandachtspunten

De aangekondigde wijziging van de regels zorgt bij veel ouders voor vragen en onduidelijkheden. Termen als wettelijk vertegenwoordiger, erkenning, eenhoofdig gezag en akte uit het Gezagregister zijn niet altijd duidelijk en bekend. Daarnaast is er kritiek met betrekking tot de kosten die de vereiste documenten met zich meebrengen en de beperkte geldigheid. Verder vragen veel ouders zich af wat zij moeten doen wanneer de andere ouder (veelal de vader) niet meer in beeld is of wanneer de vereiste toestemming niet wordt verleend door de ouder die wel het gezag heeft. De ouder die op reis wil heeft dan wel de mogelijkheid om een kort geding vervangende toestemming op te starten bij het Gerecht, echter ook dit brengt kosten met zich mee terwijl onduidelijk is op welke termijn de zaak wordt behandeld en het vonnis soms wel een week op zich kan laten wachten.

De minderjarigen worden door de onderhavige maatregelen weliswaar beter beschermd en het risico op bijvoorbeeld, onttrekking aan het gezag en kinderontvoering, wordt aanzienlijk kleiner. Er kleven echter ook praktische en met name financiële gevolgen aan de maatregelen die zeker voor grotere gezinnen en met name alleenstaande ouders met meerdere kinderen dan wel met meerdere vaders, fors kunnen oplopen.

Een optie zou zijn om geen geldigheidstermijn te verbinden aan de geboorte akte, aangezien deze gegevens in de regel niet wijzigen en om de kosten voor het opvragen van een uittreksel uit het Gezagregister te verlagen of zelfs op nihil te stellen. Daarnaast zou een langere overgangsperiode een optie zijn gelet op de verschillende documenten die overgelegd moeten worden en de afspraken (met bijbehorende wachttijd) die bij de genoemde instanties gemaakt moeten worden.

Auteur: mr E. Frins advocaat te Curaçao en verbonden aan Soliana Bonapart en Aardenburg Advocaten.

This website collects cookies to deliver better user experience